-
1 come of
-
2 come from
-
3 komen
2 [verschijnen, zichtbaar worden] come3 [op bezoek komen] come ((a)round/over) ⇒ call4 [+ aan] [aanraken] touch7 [informeel] [klaarkomen] come♦voorbeelden:in afwachting van de dingen die komen gaan • in expectation of things to comeergens bij kunnen komen • be able to get at somethinghij kwam te overlijden • he diedje moet op een kantoor zien te komen • you must arrange to get into an office〈 figuurlijk〉 ergens achter komen • find out/get to know/get on to something〈 figuurlijk〉 hoe kom je erbij! • what(ever) gives/gave you that idea?〈 in gesprek〉 hoe kwamen we hierop? • how did we get onto this (subject)?kom op, we gaan • come on, we're leavingik kom er wel uit • I'll let myself outmaak dat je weg komt! • get out (of here)!ze hadden het nooit zover moeten laten komen • they should never have let things get this/that farhoe is het ooit zover kunnen komen? • how did it/things ever come to this?nergens aan toe komen • fiddle about, not get anything doneergens niet aan toe komen • not get round to somethingbij elkaar komen • come/get together, meethoe kom je van hier naar het museum? • how do you get to the museum from here?ergens niet op kunnen komen • not to be able to think of somethingdat komt op ƒ200 • that comes to 200 guilderstot staan komen • come to a halt/stoptot iets komen • come to something; 〈 over zijn hart krijgen〉 bring oneself to (do) something; 〈 de tijd vinden〉 get round to somethinghij komt tot mijn schouder • he comes (up) to my shoulder〈 spreekwoord〉 wie het eerst komt, het eerst maalt • first come, first serveddaar komt de boot de haven in • there's the boat coming into (the) harboureen komen en gaan van bezoekers • coming(s) and going(s) of visitorser kwamen niet veel mensen kijken • not many people came to lookde politie laten komen • send for/call the policekomen logeren bij iemand • come and stay with someonehij is helemaal komen lopen • he walked the whole waydaar mag je niet komen • you mustn't go therekom daar nu eens om! • 〈 figuurlijk〉 try to find that!, where do you find that!ik kom eraan/al! • (I'm) coming!, I'm on my way!kom hier • come herekom eens langs! • come round some time!met de boot/per spoor/te voet komen • come by boat/by train/on footzij komt om suiker • she has come/she's here for/to get some sugarhij komt uit Engeland • he's from England3 er komen mensen vanavond • there are/we've got people coming ((a)round) tonight4 kom nergens aan! • don't touch (anything/a thing)!hoe komt het? • how come?, how did that happen?daar komen ongelukken van • that's how you get accidents, that's how accidents happendaar komt niets van in • that's out of the questiondaar zal voorlopig wel niets van komen • nothing will come of that for the time beingkomt er nog wat van? • come on (, do/say sth!)het zal er toch van moeten komen • it's just got to be doneik zie het er nog wel van komen dat … • I can just see …, before you know it …er is niets van gekomen • it came to nothingdat komt ervan als je niet luistert • that's what you get/what happens if you don't listenvan het een komt het ander • one thing leads to anothereerlijk aan iets komen • come by something honestlydaar kom ik straks nog op • I'll get round to that in a moment¶ daar komt nog bij dat … • what's more …, besides …er komt 15 % voor bediening bij • there's 15 % extra/added on for servicedat moest er nog bij komen! • that's all I/we needed!dat komt er niet op aan • it doesn't matternu komt het eropaan om … • now it's a matter/question of …(-ing)kom nou! • don't be silly!, come off it!kom op, we gaan • come on, we're leaving -
4 resulting from
het veroorzaakt zijn als resultaat van -
5 einde
————————einde, eind1 [plaats] end2 [moment] end ⇒ 〈van toneelstuk/boek/verhaal/film ook〉 ending, cessation 〈 van vijandigheden〉, finish 〈van wedren/loop〉3 [resultaat] upshot, result, conclusion♦voorbeelden:daar moet maar eens een einde aan komen • something has to be done about iter komt geen einde aan • there's no end to itdaar kunnen we niet aan beginnen, dan is het einde zoek • we mustn't start on that because there'd be no end to iteen verhaal met een open einde • an story with an open endingaan zijn einde komen • meet one's endhet was of er nooit een einde aan zou komen • it seemed endlesser kwam geen einde aan • there was no end to them/it 〈enz.〉een einde maken aan iets • 〈 doen ophouden〉 put an end to something; 〈 regelen, bijvoorbeeld met betrekking tot staking/argument/ruzie〉 settlelaten we er nu maar een einde aan maken • let's finish off nowhet einde nadert • the end is near〈 figuurlijk〉 aan het eind van zijn Latijn zijn • be at the end of one's tether; 〈 uitgeput ook〉 be shatteredlelijk aan zijn einde komen • come to meet a nasty endik ben nog niet aan het einde gekomen van mijn betoog • I have not yet finished my argumentik kom hiermee aan het einde van mijn betoog • this brings me to the end of my argumentze loopt op haar/het einde • she's near her timede wereld loopt op haar einde • the world is coming to an endhet loopt met hem op een einde • he's nearing his endop het einde van de middag • in the late afternoonmijn geduld loopt ten einde • my patience is wearing thinten einde raad besloot hij … • not knowing what else to do he decided to …het jaar loopt langzaam ten einde • we are coming to the end of the yearten einde raad zijn • be at one's wits' endtot het einde toe • to the very endvan het begin tot het einde • from beginning to end/start to finishtot het einde der tijden • to the end of timewij moeten tot het einde volhouden • we must see it through3 het einde van de besprekingen was, dat … • the result of the discussions was that …het einde van het liedje was, dat … • the upshot (of the affair)/the end of it was, that …iets tot een goed einde brengen • bring something to a favourable conclusion¶ dat is het einde! • that's fantastic!voor hem is Picasso het einde • he thinks Picasso is the tops/the cat's whiskers, he thinks the world of Picasso -
6 follow
v. volgen, opvolgen; begrijpen; achter iemand aangaan; achtervolgen; zich gedragen volgens; eruit voorkomen[ folloo]1 〈 benaming voor〉 volgen ⇒ er achteraan/erna komen; achternalopen/gaan; aanhouden, gaan langs 〈 weg, richting, rivier〉; achternazitten, achtervolgen; vergezellen; bijwonen; komen na, volgen op; opvolgen; aandacht schenken aan, in de gaten houden; begrijpen; bijhouden 〈 nieuws〉; zich laten leiden door, handelen naar, uitvoeren 〈 bevel, advies〉; nadoen 〈 voorbeeld〉; voortvloeien uit♦voorbeelden:follow the plough/sea • boer/zeeman zijnfollow the rules • zich aan de regels houdenfollow someone about/(a)round • iemand overal volgenfollow someone close • iemand op de voet volgenfollow someone home • met iemand mee naar huis lopen/gaanfollow something home • iets helemaal uitwerkenfollow on • verder gaan, volgen 〈 na onderbreking〉follow out • (nauwkeurig) opvolgen/uitvoeren; afmaken, afwerkenfollow up • (op korte afstand) volgen, in de buurt blijven van; vervolgen, een vervolg maken op; gebruik maken van; nagaanfollow (up)on • volgen opthe outcome is as follows • het resultaat is als volgtit follows that I am in favour of the scheme • ik ben derhalve voor het planto follow • als volgend(e) gang/gerechtwould you like anything to follow? • wilt u nog iets toe?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitoefenen ⇒ beoefenen, bedrijven♦voorbeelden:follow the navy • bij de marine zijnfollow the trade of butcher • het slagersvak uitoefenen -
7 niet
niet11 [metalen beugeltje] staple2 [klinknageltje] rivetII 〈 de (mannelijk)〉1 [met betrekking tot een loterij] blank♦voorbeelden:1 [het niet zijn] nothingness♦voorbeelden:1 dat valt in het niet vergeleken bij … • that pales into insignificance beside …in het niet verdwijnen • vanish/fade into nothingness; vanish into thin air————————niet2〈 bijwoord〉1 [ontkenning] not2 [toch, immers] not♦voorbeelden:ik hoop van niet • I hope notgelieve niet te roken • please do not smokeik ook niet • neither/nor do I/am I/have I/ 〈enz.〉niet alleen …, maar ook … • not only … but also …ik kan niet anders dan zijn voorstel aannemen • I cannot but accept his proposalhet betaalt goed, daar niet van • it's well-paid, that's not the point, butdan niet! • (all right) then no!hij keek niet eens • he didn't even look, he never even lookedlang zo goed niet • nowhere near as/so gooddenk dat maar niet • don't you believe it!volstrekt niet • absolutely notik neem aan van niet • I don't suppose soniet dat … • (it's) not that …, it's not as if …dat viel mee, of niet? • that was all right, wasn't it? 〈enz.〉ze is niet al te slim • she is none too bright2 heb ik het je niet gezegd? • didn't I tell you?hoe vaak heb ik niet gedacht … • how often have I thought …niet waar? • isn't it?, aren't they?, doesn't he?, can't we? 〈enz.〉————————niet3♦voorbeelden:te niet doen • nullify, annul, cancel; set aside, override 〈 wet, besluit〉; dispose of 〈 theorie〉; undo 〈 resultaat van iets〉; dash, defeat 〈 hoop〉; put an end to 〈 overeenkomst〉een schuld te niet doen • cancel (out) a debtop deze wijze heeft hij al mijn werk te niet gedaan • in this way he undid all my workdat is niet meer dan een suggestie • that's nothing more than a suggestion -
8 score
n. resultaat; puntenstelsel; winstpunt; rangschikking; tientallig; schuld; rekening; partituur; aantekening; spleet, snee--------v. bereiken, winnen, hoog scoren; hoge punten krijgen; aantekenen; spleet, sneescore1[ sko:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stand ⇒ puntentotaal, score3 getrokken/ingesneden lijn ⇒ kerf, kras; striem, schram; lijn6 grief7 onderwerp ⇒ thema, punt♦voorbeelden:1 what is the score? • hoeveel staat het?keep (the) score • de stand bijhoudenlevel the score • gelijkmakenon the score of • vanwegeon that score • daaromrun up a score • in de schulden rakenon this/that score • wat dit/dat betreft————————score23 succes hebben/boeken♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 score off/against/over someone • iemand aftroeven; iemand de grond in trappen 〈 in debat〉; iemand voor gek zettenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lijn(en) trekken/krassen ⇒ (in)kerven; schrammen6 een score/puntentotaal halen van 〈 bijvoorbeeld in test〉♦voorbeelden:2 score something (up) against/to someone • iets op iemands rekening schrijven 〈 ook figuurlijk〉; iemand iets aanrekenen -
9 operate
v. werken; tewerkstellen; opereren[ oppəreet]1 in werking/werkzaam zijn ⇒ functioneren, lopen 〈 ook van trein〉; draaien 〈 van motor〉, te werk gaan2 (de juiste) uitwerking hebben ⇒ werken, (het gewenste) resultaat geven, van kracht zijn 〈 van tarief, verdrag, wet〉3 te werk gaan ⇒ opereren; 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 een operatie doen, ingrijpen; 〈 leger ook〉 militaire acties ondernemen/bewegingen uitvoeren; 〈 handel ook〉 beursoperaties verrichten, speculeren♦voorbeelden:the tractor operates on diesel oil • de tractor rijdt op dieselolie2 the new cutbacks will not operate till next month • de nieuwe bezuinigingsmaatregelen gaan pas volgende maand inII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewerken3 beheren♦voorbeelden: -
10 result
n. resultaat--------v. resulteren in; eindigen metresult1[ rizzult] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 gevolg ⇒ effect, uitvloeisel♦voorbeelden:as a result of • tengevolge van————————result2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 ook
2 [zelfs] même3 [als versterking] vraiment6 [misschien] peut-être♦voorbeelden:1 ook een mop! • la bonne blague!〈 ironisch〉 dat is ook een standpunt! • en voilà une idée!mij ook goed! • d'accord!zo kun je er ook over denken • c'est une opinion qui se défend't is ook wat! • quelle affaire!dat is ook wat moois! • c'est du joli!ik ben er ook nog! • et moi! on m'oublie!weg! en gauw ook! • allez ouste, et plus vite que ça!ik ook niet • moi non plusdoe ook zo • faites-en autantook namens mijn man zend ik u … • mon mari se joint à moi pour vous envoyer …als ook • ainsi queniet alleen …, maar ook … • non seulement … mais encore …wat u ook zegt • vous avez beau direwat het resultaat ook moge zijn • quel que soit le résultatwat er ook gebeurt • quoi qu'il arrivewie (dan) ook • qui que ce soithoe heet hij ook al weer? • comment s'appelle-t-il déjà?hoe weinig ook • si peu que ce soithoe dom hij ook is • aussi bête qu'il soit4 zij heeft hard gewerkt, zij is dan ook geslaagd • elle a travaillé dur, aussi a-t-elle réussi5 zij is eindelijk geslaagd, zij had dan ook hard gewerkt • elle a fini par réussir, il faut dire qu'elle avait travaillé dur¶ dat gezanik ook! • ces éternelles jérémiades!ook al protesteert u • vous avez beau protesterook al is hij niet rijk • bien qu'il ne soit pas riche -
12 bet
n. wedden--------v. weddenbet1[ bet] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 inzet3 iets waarop men wedt ⇒ kans, keuze4 mening♦voorbeelden:lay/make/place a bet (on something) • wedden (op iets)what's the bet he doesn't do it • wedden dat hij het niet doet4 my bet is that he won't win • ik wed/durf erop te wedden dat hij niet wint————————bet2〈werkwoord; betted of ook bet, bet〉♦voorbeelden:‘I reckon he'll do it’ ‘you bet (he will)!’ • ‘volgens mij doet hij het’ ‘nou en of/uiteraard!’‘John's quite happy about the result’ ‘I bet he is’ • ‘John is best tevreden over het resultaat’ ‘dat kan ik me voorstellen’‘perhaps I'll go after all’ ‘I bet you will’ • ‘misschien ga ik toch’ ‘ja, ja, dat wil ik weleens zien’ -
13 chanceful
adj. riskant, gevaarlijk; zonder zeker te zijn van het resultaat -
14 way
adv. hoe dan ook; op grote wijze--------n. weg; manier, wijze; kant; richting; afstandway1[ wee]4 richting5 opzicht♦voorbeelden:that's the way (it is/goes) • zo gaat het nu eenmaallose the/one's way • verdwalen, de weg kwijtraken〈 figuurlijk〉 pave the way (for something/someone) • de weg banen/effenen (voor iets/iemand)〈 figuurlijk〉 pay one's way • geen schulden maken, zonder verlies werkenpay one's way through college • zelf zijn universiteitsstudie (kunnen) betalenwork one's way through college • werkstudent zijnway home • thuisreisway in • ingangbetter weather is on the way • er is beter weer op komstwe're on our/the way • we komen eraan, we zijn onderwegout of the way • ver weg, afgelegenout of one's way • niet op de routeway of thinking • denkwijzeto her way of thinking • naar haar mening, volgens haarfall into evil/bad ways • slechte gewoontes krijgengo the right/wrong way about something • iets op de juiste/verkeerde wijze aanpakkendo something a certain way • iets op een bepaalde manier doen〈 figuurlijk〉 find a way • een manier vinden, er raad op wetenhave a way of doing something • er een handje van hebben iets te doenmend one's ways • zijn leven beterenset in one's ways • met vast(geroest)e gewoontesone way and another • alles bij elkaar (genomen)one way or another/the other • op de een of andere manierin its way • in zijn soortin this way • op deze manier, zoit's only his way • zo is hij nu eenmaalthere are no two ways about it • er is geen twijfel (over) mogelijkstep this way, please • hierheen, graagthe other way around/about • andersomin no way • helemaal nietno way better • in geen enkel opzicht beterin more ways than one • in meerdere opzichten6 a long way away/off • een heel eind weg, ver wegyour birthday is still a long way off • je bent nog lang niet jarigall the way • helemaal, tot het (bittere) eindego all the way • het echt doen, met iemand neukenways and means • geldmiddelenhave ways and means of getting something • de juiste wegen weten om iets (gedaan) te krijgenthat's the way of the world • zo gaat het nu eenmaal (in de wereld)cut both ways • goede en slechte gevolgen hebbenget one's (own) way, have (it) one's (own) way • zijn zin krijgen, doen wat men wilgo out of one's/the way to … • zijn (uiterste) best doen om …have a way with elderly people • met ouderen om weten te gaanyou can't have it both ways • óf het een óf het andersee one's way (clear) to doing something • zijn kans schoon zien om iets te doenwind one's way into someone's affections • bij iemand in de gunst proberen te komenby the way • terloops, trouwens, à proposthey had done nothing out of the way • zij hadden niets bijzonders/extreems/verkeerds gedaanany way • in ieder geval, hoe dan ookeither way • hoe dan ook〈Amerikaans-Engels; informeel〉 every which way • overal, in alle hoeken en gaten〈Amerikaans-Engels; informeel〉 no way! • geen sprake van!1 (voort)gang ⇒ snelheid, vaart♦voorbeelden:gather/lose way • vaart krijgen/minderen 〈 van schip〉negotiations are well under way • onderhandelingen zijn in volle ganggive way • toegeven, meegeven 〈 ook figuurlijk〉; wijken, voorrang geven; doorzakken, bezwijkengive way to • toegeven aan, wijken voormake way for • plaats/ruimte maken voorput someone in the way of something • iemand op weg helpen (met iets), iemand aan iets helpenstand in the way • in de weg staanget something out of the way • iets uit de weg ruimen, iets afhandelenput someone out of the way • iemand uit de weg ruimenmake one's (own) way (in life/the world) • in de wereld vooruitkomenhe's by way of being a musician • hij is om zo te zeggen een muzikantby way of Brighton • via Brightonby way of illustration/example • als illustratie/voorbeeld♦voorbeelden:————————way2〈 bijwoord〉1 ver ⇒ lang, een eind♦voorbeelden:1 way back • ver terug, (al) lang geleden〈 Amerikaans-Engels〉 someone from way back • iemand uit een afgelegen gebied/ver verleden -
15 end
n. eind; slot; beëindiging; dood--------v. beëindigen; stoppen; eindigenend1[ end] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 einde ⇒ afsluiting, besluit2 einde ⇒ uiteinde, eind5 einde ⇒ vernietiging, dood♦voorbeelden:1 come/draw to an end • ten einde lopen, ophoudenput an end to • een eind maken aan, afschaffenthey are at the end of their resources • hun mogelijkheden zijn uitgeputin the end • ten slotte, op het laatst; uiteindelijkfor weeks on end • weken achtereenplace on end • rechtop/overeind zetten¶ at the end of the day • uiteindelijk, als puntje bij paaltje komtthe end of the line • laatste fase, kritiek stadiumbe at the end of one's tether • aan het eind van zijn krachten/geduld/mogelijkheden zijnkeep one's end up • volhoudenmake (both) ends meet • de eindjes aan elkaar knopensee an end of/to • een einde zien komen aancollide end on • frontaal botsenno end • heel erg, in grote mateno end of time • zeeën van tijdthe end • het summum→ bad bad/, big big/, bitter bitter/, dead dead/, deep deep/, dirty dirty/, east east/, loose loose/, thick thick/, thin thin/, wrong wrong/————————end21 eindigen♦voorbeelden:our efforts ended in a total failure • onze pogingen liepen op niets uitII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beëindigen ⇒ een eind maken aan, ophouden met2 conclusie/einde vormen van♦voorbeelden:end off something (with) • iets besluiten (met)3 end it (all) • er een eind aan maken, zelfmoord plegen¶ a novel/victory to end all novels/victories • een roman/overwinning die alle andere overbodig maakt/in de schaduw stelt -
16 purpose
n. doel; bedoeling--------v. zich voornemen, van plan zijnpurpose1[ pə:pəs]1 doel ⇒ bedoeling, reden, plan, voornemen2 zin ⇒ (beoogd) effect, resultaat, nut♦voorbeelden:1 does this serve your purpose? • beantwoordt dit aan je verwachtingen?accidentally on purpose • per ongeluk expreshe came for/with the purpose of seeing us, he came on purpose to see us • hij kwam met het doel om ons te bezoekenhe did it on purpose • hij deed het met opzet2 these talks have certainly answered/fulfilled/served their purpose(s) • deze besprekingen zijn zeker zinvol geweestall your help will be to no purpose • al je hulp zal tevergeefs zijnthese money cuts will come to little purpose • deze bezuinigingen zullen weinig effect hebben♦voorbeelden:————————purpose2♦voorbeelden:1 he purposes to spend his holidays with us • het ligt in zijn bedoeling zijn vakantie bij ons door te brengen -
17 would
v. hulpwerkwoord ter uitdrukking van een wens2 〈gewoonte/herhaling〉 placht ⇒ 〈 voornamelijk vertaald door middel van bijwoord als〉 gewoonlijk, steeds, altijd♦voorbeelden:she would have her way • ze moest en ze zou haar zin krijgenhe would not hear of it • hij wilde er niet van horenI wish he would leave me alone • ik wilde/wou dat hij me met rust lietI would like to show you this • ik zou je dit graag laten zienif only he would listen • als hij maar wilde luisterenI would rather starve than eat his food • ik zou nog liever verhongeren dan eten van hem aannemenhe would sooner die than surrender • hij zou liever sterven dan zich overgevenif I had known I would have come • als ik het had geweten, zou ik gekomen zijnI would try it anyway • ik zou het toch maar proberen (als ik jou was)I wish John would return • ik wou dat John terugkwam5 he was writing the book that would bring him fame • hij was het boek aan het schrijven dat hem beroemd zou maken7 would you please shut the door? • wil je de deur sluiten alsjeblieft?8 an impressive result, I would say • een indrukwekkend resultaat, zou ik zeggenwe would suggest the following • we zouden het volgende willen voorstellen -
18 composition
composition [kõpooziesjõ]〈v.〉2 (het) vervaardigen ⇒ (het) schrijven, (het) schilderen, (het) componeren♦voorbeelden:c'est un plat de ma composition • dit gerecht heb ik zelf bedachtentrer en composition avec • tot een vergelijk trachten te komen metvenir à composition • toegeven, concessies doenf5) werk, compositie6) schilderstuk7) proefwerk8) zetwerk9) opstel -
19 werken
2 [een beroep uitoefenen; bezig zijn] work6 [schoonmaken] clean♦voorbeelden:iemand hard laten werken • work someone hardhard werken • work hardaan iets werken • work at/on somethinger wordt aan gewerkt • someone is working on itmet een computer/machine werken • 〈 ook〉 operate a computer/machinewerken op het land • work the soil/landvan werken ga je niet dood • hard work won't kill youwerken voor school/een examen • do one's schoolwork, study for an examdie man werkt voor drie • that man does the work of three (people)2 minder/meer uren gaan werken • work shorter/longer hoursaan zijn conditie werken • improve one's conditionhij werkt met twintig man personeel • he employs a staff of twenty3 hoe werkt dat ding? • how does that thing work?de nieuwe regeling werkt (goed) • the new procedure is functioning (well)dit apparaat werkt heel eenvoudig • this apparatus is simple to operatezo werkt dat niet • that's not the way it worksin iemands voordeel/nadeel werken • work to someone's advantage/disadvantagehout blijft altijd werken • wood keeps warpingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in een toestand brengen] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:zich kapot werken • work one's fingers to the bonezich dood werken • work oneself to deathzich omhoog werken • work one's way upeen ongewenst persoon eruit werken • get rid of an unwanted personnaar iets toe werken • work up to (doing) somethingiemand tegen de grond werken • lay someone low -
20 bespreking
♦voorbeelden:1 morgen komt de zaak in bespreking • demain, on discutera de l'affairein bespreking zijn • être en réuniononderwerp van bespreking zijn • faire l'objet d'une discussion
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Frans Geysen — (born 29 July 1936) is a Belgian composer and writer on music.BiographyFrans Geysen was born in Oostham, and studied music at the Lemmens Institute in Mechelen, and at the conservatories of Antwerp and Ghent. In 1962 he became professor of… … Wikipedia
Loups gris — Cet article concerne le groupe armé turc. Pour l animal, voir Loup gris commun. Les Loups gris (Bozkurtlar en turc) est le nom donné aux militants des « Foyers idéalistes » (Ülkü Ocakları en turc), mouvement dont la doctrine principale… … Wikipédia en Français